Jaarlijks worden er in Nederland ca. 275 baby’s met Downsyndroom geboren. De oorzaak van Downsyndroom is een andersoortige celdeling meestal vlak voor en een enkele keer na de bevruchting. Het gevolg hiervan is een zogeheten trisomie 21. Dit betekent dat er in de lichaamscellen van het kind geen twee maar drie exemplaren van het 21e chromosoom aanwezig zijn. In een klein aantal gevallen is er sprake van een erfelijke oorzaak (z.g. translocatie-trisomie), maar meestal , ook bij Jimmy betreft het de meest voorkomende (95 %) niet erfelijke vorm.
Mensen met Downsyndroom hebben enkele karakteristieke uiterlijke kenmerken, waardoor zij meestal duidelijk herkenbaar zijn. Op medisch gebied kunnen zich de nodige problemen voordoen. Preventief geneeskundig onderzoek door artsen of therapeuten die veel kinderen met Downsyndroom zien is van groot belang. Om daarin beter te voorzien zijn er in de afgelopen jaren op verschillende plaatsen specifieke Downsyndroom Teams opgericht. Jimmy gaat jaarlijks naar de Down Poli in de VU mc in Amsterdam. Door eventuele problemen met de gezondheid vroegtijdig te behandelen zijn de kansen op een goede gezondheid en een betere levensverwachting sterk toegenomen. Kinderen met Downsyndroom ontwikkelen zich trager dan andere kinderen, zowel lichamelijk als verstandelijk. Er is echter een grote variatie in wat ze kunnen bereiken. Niet alleen hun aanleg, maar vooral ook de mogelijkheden die hen geboden worden in hun omgeving spelen daarbij een belangrijke rol.
Daarbij komt dat kinderen met Downsyndroom net zo goed als andere kinderen de genen van hun vader en moeder meekrijgen en dat daarmee ook bepaalde eigenschappen bepaald worden. Met het veralgemeniseren van kinderen met Downsyndroom worden veel individuele aspecten en mogelijkheden van een kind over het hoofd gezien en onbewust beperkt en onvoldoende gestimuleerd.