Jimmy Creed (06-05-2007)

Bos en Duinschool, Bloemendaal

Kinderen met het syndroom van Down hebben doorgaans problemen met hun spraaktaal ontwikkeling. De actieve taalbeheersing (dat wat kinderen zeggen) komt op latere leeftijd op gang dan bij “normale” kinderen. De receptieve taalbeheersing bij kinderen met downsyndroom is veel groter (wat kinderen begrijpen) dan actieve taalbeheersing (dat wat kinderen zeggen). Ze begrijpen dus veel meer dan dat ze kunnen zeggen. Dit leidt nogal eens tot frustraties. Om Jimmy een mogelijkheid te bieden zich uit te drukken en te kunnen communiceren zijn we op vroege leeftijd begonnen met ondersteunende gebaren. De ondersteunende gebaren zijn gebaren uit de Nederlandse Gebarentaal.

Het was voor hem een manier toen hij nog niet kon praten om duidelijk te maken als hij iets wilde bijvoorbeeld eten, slapen een boekje of gewoon om te vertellen dat hij bijvoorbeeld een trein zag. Op een gegeven moment ging hij ook in twee woord zinnen gebaren wat aangaf dat hierdoor ook zijn spraaktaal ontwikkeling niet stilstond. In de loop van zijn derde levensjaar begint Jimmy steeds meer te praten en gebruikt hij de gebaren alleen als hij merkt dat je hem niet verstaat of op het moment dat hij zelf het woord niet goed kan uitspreken. Bijvoorbeeld bij een wat lastiger woord als mondharmonica. Bij liedjes gebruikt hij de gebaren wel vooral omdat hij dat leuk vindt.

Van Dale heeft het Basiswoordenboek Nederlandse Gebarentaal uitgebracht met ruim 3000 gebaren wat te bestellen is via www.gebarencentrum.nl en bij de boekhandel.

www.gebarencentrum.nl

www.kentalis.nl

www.doof.nl

www.mobilesigns.nl